Advaita Filosofie
Inleiding
De Advaita-filosofie is niet eenvoudig in het kort uit te leggen, en het is niet mijn bedoeling om op een webpagina te bespreken wat ervaren deskundigen in complete boekwerken beschrijven. Ik zal mij beperken tot een korte samenvatting van de verschillende aspecten van Vedanta Advaita.
Een belangrijke veronderstelling in de hele Vedanta is dat de mens gebondenheid ervaart gedurende zijn leven in deze wereld. Dit wordt samsara genoemd, wat impliceert dat de mens gevangen zit in een eindeloze cyclus van geboorte en dood. Zijn missie is daarom een manier te vinden om uit deze gebondenheid te ontsnappen, de cyclus van wedergeboorten te doorbreken en moksha, of bevrijding, te bereiken. De belangrijkste vragen in de Vedanta richten zich op wat gebondenheid en bevrijding precies inhouden. De Advaita-school stelt dat jñana (kennis) van de ware aard van de mens gelijkstaat aan bevrijding. Gebondenheid ontstaat door onwetendheid (avidya) over de ware aard van de mens, en het wegnemen van deze onwetendheid verwijdert de gebondenheid met wortel en al. Bevrijding is daarom niets minder dan de kennis van de mens over zijn eigen ware aard. Deze ware aard is zijn diepste essentie, het Atman, dat niets anders is dan Brahman. Wie dit niet alleen als intellectuele kennis, maar via persoonlijke ervaring realiseert, wordt bevrijd, zelfs tijdens zijn leven. Zo iemand wordt een jivanmukta genoemd en zal niet terugkeren in de cyclus van wedergeboorte.
Brahman
Op het eerste gezicht lijkt de Advaita-oplossing voor het probleem van de menselijke bevrijding geen enkele rol voor God als Schepper en Verlosser te bevatten. Als het enige wat nodig is het kennen van de ware aard van jezelf is, welke rol speelt God dan in dit universum?
Het antwoord van Advaita ligt in de unieke opvatting van Brahman. Volgens het Brahmasutra is Brahman zowel de grondslag als de materiële oorzaak van het universum. Het stelt dat er niets bestaat dat onafhankelijk is van Brahman. Maar Brahman is niet slechts een verzamelnaam voor alles wat bestaat; Brahman wordt beschreven als onvergankelijk, terwijl het waarneembare universum vol veranderingen is. Het universum heeft Brahman als enige oorzaak, maar Brahman zelf is zonder delen, diversiteit, en staat boven causaliteit en actie.
De Upanishads benadrukken dit dubbele karakter van Brahman: enerzijds "sarvam khalvidam brahma" (alles is werkelijk niets anders dan Brahman) en anderzijds "neha nanasti kincana" (er is hier geen diversiteit). Deze opvatting van Brahman als Schepper is uniek in Advaita en hangt samen met de ideeën over causaliteit.
Causaliteit: Parinama en Vivarta
Binnen Advaita bestaan verschillende theorieën over causaliteit, maar er is overeenstemming dat Brahman zowel de grondslag als de materiële oorzaak van het universum is. Dit uitgangspunt vormt de kern van de Vedanta Advaita. Brahman wordt beschouwd als eeuwig en onveranderlijk, maar dit roept vragen op over hoe Brahman de oorzaak kan zijn van een veranderlijk universum.
Een veelvoorkomende vorm van causaliteit is parinama, waarbij de oorzaak verandert in iets anders, zoals melk die verandert in yoghurt. Een andere vorm is vivarta, waarbij de oorzaak niet werkelijk verandert, zoals goud dat in een andere vorm verschijnt als een sieraad. Hoewel Advaita gebruikmaakt van beide modellen, benadrukt het dat Brahman, als de materiële oorzaak van het universum, geen enkele verandering ondergaat. In het diepste niveau, bekend als ajati vada, wordt gesteld dat er helemaal geen echte schepping is geweest.
Brahman Nirguna en Brahman Saguna
De Upanishads beschrijven Brahman zowel als zonder eigenschappen (nirguna) als met eigenschappen (saguna). Advaita stelt dat Brahman in zijn ware aard eigenschaploos is, maar door menselijke perceptie en onwetendheid als Saguna Brahman of Ishvara (God met eigenschappen) wordt ervaren. De schepping is afhankelijk van Brahman, maar Brahman blijft onveranderd. Het verschil tussen Nirguna en Saguna helpt om de schijnbare dualiteit te verklaren die mensen waarnemen in het universum.
Avidya en Maya
Onwetendheid (avidya) en illusie (maya) verklaren waarom de mens Brahman niet direct waarneemt. De Advaita-filosofie gebruikt de techniek van adhyaropa-apavada (toeschrijving en ontkenning) om de perceptie van dualiteit te overstijgen. Alles wat we waarnemen, wordt beschouwd als een projectie op Brahman, en door deze projectie te verwijderen, onthult de mens de onderliggende werkelijkheid van Brahman.
Brahman = Atman
Advaita gaat verder dan andere Vedanta-scholen door te stellen dat Brahman en het individuele zelf (Atman) identiek zijn. Dit betekent dat het individuele zelf in zijn kern hetzelfde is als de universele werkelijkheid. Door onwetendheid ziet de mens zichzelf als gescheiden, maar door realisatie wordt deze illusie opgeheven en begrijpt de mens dat alles Brahman is.
Tat-Tvam-Asi
Een kernuitspraak van Advaita is Tat-Tvam-Asi ("Dat zijt gij"), wat de eenheid tussen het individuele zelf (tvam) en Brahman (tat) bevestigt. Deze eenheid overstijgt de schijnbare dualiteit en vormt de essentie van bevrijding.
Vyavahara en Paramartha
Advaita onderscheidt twee niveaus van werkelijkheid: de relatieve werkelijkheid (vyavaharika satya), waarin dualiteit wordt waargenomen, en de ultieme werkelijkheid (paramarthika satya), waarin non-dualiteit de waarheid is. Door te erkennen dat dualiteit slechts een schijn is, kan men tot het inzicht komen dat alleen Brahman werkelijk is.